Het ethisch modedilemma

‘Oh, wat een mooie laarzen’, mompel ik in mezelf. In mijn hoofd ben ik allemaal redenen aan het verzinnen waarom ik die laarzen NU nodig heb. Ondertussen begin ik tegen mijn vriend te ratelen: “Deze kleur heb ik nog niet, het is Oxblood, past echt overal bij.” Waarop hij lachend antwoord: “Alsof je nog niet genoeg schoenen hebt.” Eh ja, daar heeft hij een punt. Ik heb eigenlijk alles té veel.

Terwijl ik de laarzen uit mijn hoofd probeer te zetten, bedenk ik me nog een voordeel. De laarzen zijn van Stella McCartney én tweedehands. Nu moet ik ze kopen, anders kom ik ze nóóit meer tegen. Kost nog steeds een duit, maar dan heb je ook wat. Écht wat. Want Stella McCartney is namelijk als een van de enige designers verantwoord en duurzaam bezig. Deze laarzen zijn dubbel duurzaam!

Lees ook: de meest duurzame materialen op een rijtje.

En dat vind ik een fijn idee. Dat is niet altijd zo geweest, vroeger kocht ik bijna alleen maar fast fashion. Ik dacht er niet bij na, studeerde nog – lees: geen geld -, en het is lekker makkelijk om snel je slag te slaan in een van de grotere modeketens. Maar het heeft ook consequenties, daar kwam ik achter toen ik voor mijn studie fashion & design naar India vertrok voor het Shared Talent India project in samenwerking met The Centre for Sustainable Fashion in London. Ergens ver weg werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Opeens stond in oog in oog met de omstandigheden in een land waar een groot deel van onze kleding vandaan komt. Ik heb het over lage lonen, oneindige werktijden – serieus, arbeiders werken twintig uur per dag! -, onveilige werkplekken en kinderarbeid. En dat is één ding. Want toen wist ik nog niet zoveel van de chemicaliën en verspilling die bij de productie van kleding komt kijken.

In India heb ik veel geleerd. Met twintig designers hebben we een sustainable collectie ontworpen. Eerlijke mode gemaakt van duurzame materialen, zelfs de verf was natuurlijk en het was heus geen ‘geitenwollensokken’ collectie. Want dat denk je dan, maar het was prachtig!

Terug in Nederland zou ik het anders aanpakken. Minder kopen, minder verspillen en kwaliteit boven kwantiteit verkiezen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De verleiding om te kopen is groot. Toch heb ik er een sport van gemaakt om mijn garderobe langzaam maar zeker ‘duurzamer’ te maken. Merken als Stella McCartney, Filippa K of Beaumont Organics doen het prima in mijn kast. Maar van een vintage Azzedine Alaïa jurk of een zeldzame Chanel tas ben ik ook niet vies. Niet nieuw, maar zeker niet minder speciaal. Ik struin het internet af naar de mooiste vondsten, en shop regelmatig bij een tweedehands winkel om de hoek. Liever geen fast fashion. Al moet ik zeggen dat ik daar heel af en toe nog in faal. Alleen door mijn nieuwe manier van shoppen, bloeit er een nieuw soort creativiteit op. Het is oprecht leuk om je stijl overal vandaan te plukken en het helpt je om je garderobe in balans te krijgen.

Column Janice: De klimatariër.