E-nummers, zijn ze echt zo ‘eng’ als we denken?

E-nummers. Je hoeft een product in de buurtsuper maar om te keren en je ziet ze op de ingrediëntenlijst pronken. Sinds een aantal jaar hebben ze de reputatie van ‘slecht’ en ‘ongezond’ aan zich kleven. En masse zeggen we geen-e-nummers-polonaise-aan-m’n-lijf, maar is dat wel zo broodnodig? Of is het vooral kuddegedrag? Hoe het echt met de onruststokers van het supermarktschap zit, lees je hier. 

E-nummers, het gezondheidsraadsel ontcijferd

E-nummers dus. Dit zijn stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om het uiterlijk, de smaak en / of houdbaarheid te upgraden. Hierbij moet je denken aan bijvoorbeeld de welbekende kleur-, geur- en smaakstoffen, aroma’s, zoetstoffen en verdikkingsmiddelen. Toevoegingen die kunstmatig zijn gefabriceerd of uit de natuur – groente, fruit, planten – worden gehaald.

Sinds 1962 heeft de voorloper van de EU – de Europese Economische Gemeenschap – e-nummers geïntroduceerd. Waarom? Om de voedselveiligheid te verbeteren en te kunnen garanderen. De ‘E’ is van Europees. Zie het als een code die alleen aan voedingsmiddelen mag worden toegevoegd als deze specifieke stof is goedgekeurd. Voordat een stof – ongeacht of het van kunstmatige of natuurlijke komaf is – die classificatie krijgt, is er een ontzettend lang onderzoekstraject aan voorafgegaan. Verantwoord voor deze monsterklus is het European Food Safety Authority (EFSA). De witte jassen doen research of de hulpstof echt in voedingsmiddelen nodig is, en vervolgens of het veilig is voor onze gezondheid. Daarbij staat er zelfs in de wet welke type producten een e-nummer mag krijgen, en wat de maximale hoeveelheid van de hulpstof mag zijn. En dan doen ze ook nog vaak vervolgonderzoek als er nieuws over een bepaalde stof opduikt. Kortom: die onderzoekers zitten niet stil.

E-nummers ongezond? Zeker niet!

Grote kans dat e-nummers een betere check hebben gehad dan ons eten zelf. Weet dat in bijna al ons eten wel de welbekende veiligheidsnummers voorkomen. Neem je bijvoorbeeld de banaan onder de loep, dan is die al met zo’n vijf codes gevuld. Biologisch of niet. Wil je echt nul komma niënte natuurlijke of chemische hulpstoffen naar binnen happen? Houd het dan alleen bij suiker, water en zout. Of dat zo’n slimme keuze is, it’s up to you. Wat je wel kan doen om zo min mogelijk e-nummers op te eten, is de kant-en-klaar, niet-biologische voedingsmiddelen niet langer in je winkelmandje te stoppen.

P.s. Voor de vega(n)s onder ons, surf ook eens naar deze checklist met dierlijke voedingscodes. Zo weet je in een oogopslag wat voor jou de NO GO’s zijn.