Jonge Meisjes Suikerbrood

Vrienden heb je niet altijd voor het leven. Soms verdwijnen jeugdvriendinnen op mysterieuze wijze, of omdat jullie gewoonweg niet meer bij elkaar passen, bijvoorbeeld. Heel normaal. Ook heel normaal is het, wanneer er in de verschillende levensfases, nieuwe vriendschappen ontstaan. Omdat die op dat moment méér bij jouw interessegebied aansluiten, of doordat je die er vanuit je partner ´gratis bijkrijgt´.

Maar nu wil ik het graag even hebben over die goeie ouwe vriend of vriendin. Diegene die je eigenlijk, door de verschillende fases des levens, uit het oog verloren hebt. En waarmee je, eveneens om verschillende redenen, misschien zelfs bewust het contact hebt gelaten voor wat het was.

En terwijl het jáááren geleden is dat je hem of haar voor het laatst hebt gesproken, voel je op de één of andere manier altijd nog een soort van verbintenis. Dat als je ergens langsloopt, het je doet herinneren aan een specifiek moment van jullie samen uit het verleden als kleuter, kind of puber. Of dat je zelfs hardop in de lach schiet bij een situatie waarvan je zeker weet dat jullie allebei krom zouden hebben gelegen. En hoewel je misschien eigenlijk te trots bent om zelf het initiatief te nemen (het balletje ligt tenslotte aan de andere kant, vind je), ergens hoop je stiekem op dat ene appje of telefoontje. Je bent immers elkaars thuisnummer van vroeger (way back vóór de mobiele telefoon) nooit vergeten..

Soms is er dan een toevallige ontmoeting met een ander voor nodig, om de boel weer aan elkaar te krijgen, zoals in mijn specifieke geval. Uit een toevallige ontmoeting bleek, dat die verbintenis er nog wel degelijk was, maar ook teveel schaamte of misschien wel trots om de eerste stap te zetten. Uiteindelijk was ik het, die aan de bel trok en niet veel later zagen we elkaar. 10 jaar later. Ik voelde me gespannen alsof ik op een eerste date was.

Uren verstreken, wijntjes werden regelmatig bijgeschonken (ook daarin was niets veranderd) en alles verliep als vanzelf, als vanouds. Dezelfde bizarre, gênante en herkenbare herinneringen werden gedeeld en aangevuld wanneer de één niet meer precies wist hoe het ook alweer gegaan was. Bij het afscheid vroegen we ons beiden oprecht af waarom we ooit gestopt waren met elkaar te zien.

En toen we, enkele dates later en nog lang niet uitgepraat, elkaar weer zagen en er letterlijk suikerbrood op tafel stond (ja écht), kon ik niet anders dan concluderen dat die er, als feministische tegenhanger van de uitdrukking ‘Ouwe Jongens Krentenbrood’, speciaal voor ons was neergezet.