Alles lijkt ’s nachts erger, dit is waarom

We moeten er allemaal ’s nachts wel eens aan geloven: plafonddienst. Je wil nog zo graag doorslapen, maar ondanks al die schaapjes tellen kan je die slaap maar niet meer vatten. Tig gedachten spoken door je hoofd. Opeens lijkt ’s nachts alles erger, groter en belangrijker. De volgende ochtend blijken die issues opeens veel minder heftig te zijn. Hoe kan dat toch?  

Alles lijkt ’s nachts erger, hoe dan?

Het antwoord blijkt best simpel te zijn. De belangrijkste reden is dat we ’s nachts vaak denken dat we wakker liggen, maar eigenlijk niet volledig dromenland achter ons hebben gelaten. Vaak genoeg doezel je weg zonder er echt bewust van te zijn. In dat soort situaties ben je vaak niet wakker genoeg om helder na te denken over de dingen die in je leven spelen. Daarnaast speelt de amygdala in je hersenen een rol. Had er nog nooit van gehoord, maar dit is een amandelvormige structuur die betrokken is bij het aansturen en verwerken van verschillende emoties en beslissingen. En laat die amygdala nu net sterker gaan werken als je ’s nachts geen slaap kan vatten, waardoor alles erger, groter en belangrijker gaat lijken.

Niemand wordt blij van woelen in bed, en van alles door je koppie halen. Leer jezelf aan dat als je toch al een behoorlijk tijdje wakker bent, en je maar blijft malen, je kort uit bed gaat. Zoek wat afleiding. Probeer je gedachten te verzetten, zodat dat gemaal kan stoppen. Denk aan die stedentrip, dat (familie)feestje of babyshower waar je zo naar uitkijkt. En realiseer je vooral dat alle gedachten die door je hoofd spoken tijdens die nachtelijke uurtjes vele malen heftiger zijn, dan de volgende ochtend. Nighty night!