Hé, er zit iets tussen je tanden!
Het is vrij ongemakkelijk als iemand dit tegen je zegt. Maar dat er kleine stukjes ‘iets’ tussen je tanden zitten kan gebeuren. Net zoals een veeg lippenstift. Wat nog veel erger is, zijn alle bacteriën en de aanslag die je niet ziet, en dus daarom laat zitten. Vanaf nu moet je ons beloven dat je iedere dag gaat flossen.
Ieder tandarts bezoek kom ik er vrij goed vanaf. Geen gaatjes, stralend gebit en dus niet teveel gedoe in de mond. Het enige wat ik écht moet gaan doen is: flossen. Ik probeer het echt. De flossdraad is in huis, maar die staat daar maar te staan. Het is zo makkelijk om het te vergeten. En heel eerlijk: ik heb er gewoon geen zin in.
Maar het gebitsdraadje is van groot belang als je over een paar jaar nog steeds een stralend gebit wilt hebben. Flossen doe je tussen het randje van je tandvlees en de tand. Dat is dé plek waar bacteriën zich ophopen. Met een flossdraad of tandenstoker kun je deze ruimtes tussen de tanden en kiezen goed schoon houden. Een flossdraad gebruik je als er weinig ruimte tussen de tanden zit. Bij grotere ruimtes gebruik je een tandenstoker om alle aanslag te verwijderen. Flossdraad is er overigens in verschillende formaten, logisch want ieder gebit is anders.
Zo doe je het
Ten eerste: flossen werkt alleen als je het minimaal een keer per dag doet. Gebruik een flossdraad van ongeveer 45 cm en wikkel een groot deel van de flossdraad om de middelvinger van de ene hand en een klein deel van de draad om de middelvinger van de andere hand. Pak dan de flossdraad stevig vast met duimen en wijsvingers. Tussen je handen zit ongeveer 2 cm draad. Met dit stuk ga je zagende bewegingen tussen de tanden en kiezen maken. Vooral bij het tandvlees moet je goed flossen. Schuif steeds een schoon stuk draad tussen je vingers totdat je je hele gebit hebt gehad.
Het kan ook geen kwaad om instructies aan je tandarts of mondhygiënist te vragen. Ze helpen je maar al te graag!