Dít is waarom wandelen goed is voor je mind, body en soul!
Misschien ligt het aan mij, maar wandelen lijkt steeds populairder te worden. In heftige tijden, wanneer ik veel aan m’n hoofd heb en op m’n tenen loop, wandel ik heel wat af. En ik ben niet de enige! Want er zijn meer mensen die vaker de wandelschoenen aantrekken en flink doorstappen naar een gelukkigere versie van zichzelf.
Jawel, we know, wandelen heeft een stoffig imago, maar daar trekken wij ons niks van aan! Want een wandeling in de natuur voedt je mind, body en soul zoals niks anders dat kan.
1. Wandelen in het ‘hier en nu’
Volgens de Romeinse filosoof Seneca ben je pas echt gelukkig als je geniet van het nu.
True happiness is… to enjoy the present, without anxious dependence upon the future – Lucius Annaeus Seneca
En hij heeft gelijk. Punt. Maar probeer je maar eens helemaal zen te voelen in een wereld zo vol als een potje met pieren. Iedereen wil wat van je en je bent altijd connected. Behalve als je aan het wandelen bent. Adem in, adem uit en zet het ene been voor het andere. That’s it. In het boeddhisme is wandelend mediteren al jaren een feit, een lange wandeling maakt je hoofd leeg en het zorgt ervoor dat je niet teveel bezig bent met wat er allemaal nog komen gaat.
Lees ook: vrede in jezelf vinden is makkelijker dan je denkt.
2. Wandelen activeert al je zintuigen
Kijk, als je net als ik midden in een drukke stad woont, zet je je zintuigen vaak uit. Wanneer ik naar m’n werk fiets heb ik muziek in mijn oren, kijk ik recht voor me uit en vermijd ik contact met vreemden. Maar als je opeens uit de drukte bent, staan al je zintuigen op scherp! Voel je de zon op je huid, ruik je de natuur, en hoor je allerlei geluiden om je heen. Yes. Je staat minder op de automatische piloot en je voelt je verbonden met jezelf en je omgeving.
3. Je bekijkt de natuur opeens met andere ogen
Steeds meer mensen trekken de grens over om te wandelen, in een nieuwe omgeving, omringt door de natuur. Op die momenten besef je je opeens hoe klein je bent en hoe mooi en groot de wereld eigenlijk is. Hoe dichter je bij de natuur staat, hoe minder je eigenlijk nodig hebt, maar je voelt je wél happy als nooit tevoren. Niet zo gek want studies hebben aangetoond dat de natuur stress vermindert en dat zelfs symptomen van een depressie minder worden.
4. Wandelen is avontuurlijk
Terwijl je rondstruint heb je alle tijd om de wereld om je heen te ontdekken. Zo heb ik in Amerika uren in de bergen rondgedwaald zonder dat het ging vervelen. Uiteindelijk kwamen we bij een betoverend meer uit waar we nooit meer weg wilden – oké ik moest plassen en was bang voor beren maar dat niet meegeteld. In Bali heb ik uren over het strand lopen dwalen om vervolgens neer te ploffen bij de zonsondergang. Beter wordt het niet! En het gekke is: je hebt niks nodig. Er komt geen wijn of chocolade aan te pas en het is stukken spannender dan je favoriete serie.
5. Een wandeling creëert ruimte
Sowieso in je lijf. Stevig doorstappen zorgt ervoor dat stijve spieren en gewrichten ein-de-lijk weer een beetje bewegen. Het is goed voor je gewicht en voor tal van andere lichamelijke zaken. Maar naast lichamelijke beweging, creëert een wandeling ook ruimte in je hoofd. Je kunt gebeurtenissen overdenken en deze een plaatsje geven. Oke. Dat gebeurt niet bij een korte wandeling, maar als je er vaak op uit trekt dan ga je merken dat je je gevoelens makkelijker de vrije loop kunt laten. Let it go!
6. Het verbetert relaties
Juist omdat je tijdens een wandeling gevoelens laat stromen en stukken opener bent dan dat je normaal bent. Er is geen afleiding en je richt je puur en alleen op degene die naast jou wandelt. Aandacht doet wonderen! Onderschat nooit het belang van een-op-een tijd.