Doen: vrienden worden met collega’s

Er zijn twee dingen waar je op latere leeftijd pas achter komt. Een: vrienden maken als volwassenen is lastig. Twee: werken in een kantoor met een slechte werksfeer is killing. Twee dingen waar iedereen vroeg of laat tegenaan loopt.

Échte vriendschappen moet je onderhouden, en dit betekent dat je hier tijd voor vrij moet maken en vrije tijd schrinkt als je meer verantwoordelijkheden krijgt. Is het niet met familie dan is het wel op het werk. Wat werk betreft zit niet altijd alles mee. Je moet reizen om er te komen, irriteert je aan lastige collega’s, aan de zoemende airco of aan de schrale kantine snacks. Het thuiswerken begint steeds meer te lonken. Maar tussen de irritante bazen, korte pauzes en vieze toiletten door heb je wellicht iets over het hoofd gezien: de mogelijkheid om een nieuwe vriendschap op te bouwen. Dit maakt jouw werkdag stukken aangenamer. Gedeeld leed is halve smart. Omdat jij beter in je vel zit, ga je gemotiveerder aan de slag. Dit zorgt ervoor dat je jouw werk beter doet. Je kunt met elkaar sparren, je hart luchten en waarschijnlijk begrijp jouw collega je als geen ander!

Een ander groot voordeel aan vriendschap met een collega is het feit dat jullie elkaar genoeg zien. Je hoeft niet te zoeken naar een gaatje in je agenda en weet dat je hem of haar morgen weer spreekt. Jullie zijn altijd up-to-date van elkaars leven. Al drink je iedere dag even een koffie, dan ben je alweer bijgepraat. Je hebt hetzelfde ritme en je kunt hierdoor ook makkelijker last-minute afspreken. Wijntje na het werk? Geen probleem. Terwijl als je met een vriendin moet afspreken, wil je daar de hele avond voor vrijhouden. Het is minder spontaan.

Er kleeft één groot nadeel aan een hechte vriendschap met een collega: als de een vertrekt is het voor de ander opeens stukken minder gezellig op kantoor. Je gaat elkaar missen als je elkaar niet meer dagelijks spreekt. Ach. Ieder voordeel heeft z’n nadeel.