De Inspiratiepraktijk: een verfrissend, herkenbaar boek

Mijn ‘sabbatical’-jaar komt ten einde. 2016 was voor mij bijkomen, resetten en opnieuw beginnen. Het herstel van de burn-out is afgerond, mijn avontuur als advocaat voelt slechts nog als een vage schim. Nieuwe, spannende hoofdstukken zijn begonnen in mijn leven, tijd om vooruit te kijken. Ik ben enorm gegroeid het afgelopen jaar, en daar ben ik best trots op. Toch begon er de laatste tijd iets te knagen. Een laatste puzzelstukje was weliswaar gelegd, maar niet op de juiste manier. Te snel, geforceerd, het knelde. Hoe harder ik begon te roepen dat ik mijn leven vanaf nu op zijn beloop zou laten en de tijd het me wel zou leren, hoe onrustiger en angstiger ik werd. Want hoezo zou het nu wel allemaal goed gaan?

Het is een dubbel gevoel. Geloof me, diep van binnen weet ik dat het goed komt. Er is alleen iets dat me tegenhoudt, dat me verhindert het volle vertrouwen in mezelf en in de toekomst te hebben. En het volledig kunnen loslaten, is de laatste stap. Een geruststellend klopje op mijn schouders, een warme glimlach, een handgeschreven kaartje – iets dat me de kracht geeft om dat laatste stukje controle te laten gaan. Uiteindelijk blijkt de sleutel ironisch genoeg in het onlangs verschenen boek De Inspiratiepraktijk te liggen, geschreven door collega ex-advocaat turned into schrijver Fleur Brockhus.

De Inspiratiepraktijk is geschreven vanuit de ogen van Fien, een jonge Oud-Zuid moeder die na een korte carrière in de advocatuur en een net-niet burn-out een eigen coachingspraktijk is begonnen. Of zoals ze het zelf liever noemt – ter onderscheiding van al die burn-outers die coach worden – een inspiratiepraktijk. Als ‘Inspirator’ begeleidt ze de meest uiteenlopende cases, van een zorgwekkend gevalletje ‘mamarexia’ tot een vrouwelijke advocaat-partner waarvan mijn nekharen overeind gaan staan. Op de grote, zachte bank in haar praktijkruimte op de derde etage van het riante Amsterdamse appartement komen voor velen bekende (dertigers)dilemma’s aan bod: baby’s, relaties, FOMO en werkstress.

Het verhaal van Fien was een vermakelijke, leerzame weg van herkenning. Confronterend voor mij waren haar gesprekken met cliënte Merel: schrijver, “tikkie neurotisch” en een enorme control freak. Haar man werkt als neurochirurg in het VU, zij houdt thuis alle ballen in de lucht terwijl ze tussen de bedrijven door nog een column in elkaar zet. Onze grootste gelijkenis? Het doemdenken. Merel heeft zichzelf een “magisch denken” aangeleerd: zolang ze zich zorgen maakt, kan het alleen maar meevallen. Zorgen maken voelt vertrouwd, voelt als controle hebben. Soms moet je bepaald gedrag bij een ander zien om te beseffen dat je het zelf anders moet aanpakken. Ook ik maak me al jaren schuldig aan de kunst van het doemdenken en terwijl ik de woorden van Merel keer en keer teruglees, zie ik meer en meer in dat het voor mij ook eens tijd wordt om mijn denkwijze aan te passen. Scheelt mij weer een therapiesessie bij een echte, kostbare coach.

Ook de inspirator zelf worstelt dagelijks met haar eigen issues. Eens begonnen als veelbelovende advocate, werkt ze nu parttime voor zichzelf en neemt ze het grootste deel van de zorg voor haar twee dochters op zich. Ze voelt de druk van de maatschappij om meer geld te verdienen, een florerende carrière te hebben en hoort de kleinerende woorden van bepaalde cliënten. Toch weet ook zij diep van binnen dat ze de juiste keuze heeft genomen en geniet ze elke dag van haar betekenisvolle werk als coach. Door dichtbij zichzelf te blijven en vertrouwen te hebben in wat er komen gaat, vallen aan het einde van het boek ook voor haar de puzzelstukjes op hun plek. Een geruststellende boodschap die ik af en toe nodig heb, en die wellicht nog eens versterkt wordt door de wetenschap dat de auteur van het boek hetzelfde heeft meegemaakt.

De Inspiratiepraktijk is een feelgood boek, maar dan zonder de vermoeiende mantra’s en open deuren. Een verfrissend herkenbaar verhaal, waarin nog maar eens duidelijk wordt dat het allemaal wel losloopt en je heus niet de enige bent die af en toe te veel piekert, even niet meer weet welke kant je op moet met je leven of wie je nu eigenlijk bent. Zolang je goed naar jezelf luistert kom ook jij uiteindelijk op je pad terecht. Voor mij dat laatste steuntje in de rug, dat dat laatste puzzelstukje goed heeft weten te leggen. 2017 wordt spannend en nieuw, en ik ben er klaar voor.

unnamed-2

Column Carolijn: stilte voor de storm.