Hoe zit het nu eigenlijk met die 5-secondenregel?

Mensen die mij goed kennen, weten dat ik geen twee dingen tegelijkertijd kan – focussen op één zaak vind ik al moeilijk. Zo kan ik bijvoorbeeld niet koken én tegelijkertijd met huisgenoten het weekend bespreken. Voordat ik het weet, ligt de helft van mijn snijplank op de grond of laat ik mijn taco zonder pardon van mijn bord glijden. Terwijl mijn huisgenoten het dan uitgillen, wrijf en blaas ik wat over het eten. En hupsakee, binnen no-time kan ik alsnog mijn maag vullen. Want ach, het is niet zo dat je hap meteen onverteerbaar is geworden na die paar seconden. Toch?

De mythe stelt dat als je voedsel binnen vijf seconden van de grond opraapt, bacteriën geen kans hebben om het te besmetten. Maar de wetenschap vertelt ons nu dat het iets anders in elkaar steekt.

Dr. Paul Dawson, een professor op Clemson University, heeft namelijk onderzoek gedaan naar de vijf secondenregel. Hij kwam tot de conclusie dat de hoeveelheid bacteriën, die zich transporteren naar je voedsel, niet afhangt van hoe lang jouw maaltijd op de grond ligt. Het is juist het oppervlak dat het verschil maakt. AHA!

Tapijten bijvoorbeeld zijn een betere plek om je spijs op te laten vallen dan hout of tegels. Toen Dr. Dawson een vloerkleed inoculeerde met salmonella, verplaatsten er minder dan 1% van de bacteriën naar het voedsel (dit omdat de micro-organisme hier het diepst in het materiaal kunnen kruipen). Bij contact met tegels of hout was dit maar liefst 48% tot 70%. Iew!