Een ode aan meisjes van dertig

Meisjes van dertien, net d’r tussenin; Paul Van Vliet zong er al eens over. “te groot voor de poppen, te klein voor de kerels”. Er bestaat voor zover bekend geen ode aan de meisjes van dertig, helaas. Daarom doe ik het voor het gemak zelf maar even.

Ik ben er één, zo’n meisje van dertig. En ja, velen met mij zullen het te groot/te klein-gevoel regelmatig ervaren. Deze leeftijd is namelijk, naast dat het een mooi rond getal is, bij uitstek een leeftijd waarop je leven ofwel uiterst zeker, ofwel uiterst onzeker verloopt. Als ik om mij heen kijk, ben ik gelukkig nog steeds gezegend met een groep vriendinnen, die allen al lange tijd deel uitmaken van mijn leven. Samen hebben we ontzettend veel hilarische, ontroerende, memorabele momenten meegemaakt, waar ik een boek over zou kunnen schrijven. Talloze feestjes, vakanties, ruzies, verzoeningen; been there, done that.

Maar dan ben je dus dertig. En dan is de spoeling feestjes toch wel aardig uitgedund, zijn de Spaanse costa’s overgedragen aan een jongere doelgroep, en praten we zelfs al mee over “de jeugd van tegenwoordig”. Nee, op ons dertigste hebben we grote huizen, een getrouwde man aan onze zijde, een kansrijke job bij een hippe multinational. En het liefst al enkele rondwandelende koters..toch?

Nou…nee, voor mij eigenlijk niet. Ook al weet ik donders goed dat die periode van mijn jongere jaren écht niet altijd over rozen ging, ik heb het gevoel dat ik er nog niet helemaal klaar voor ben om hier afscheid van te nemen

Als ik op zoek ga naar raakvlakken met lotgenoten, zie ik tot mijn grote vreugde dat ik hier niet alleen in sta. Op internet stuit ik op talloze vrouwen in hetzelfde schuitje (want eerlijk is eerlijk; het zijn geen meisjes meer). Er wordt zelfs gesproken over een Quarter Life Crisis.
Gevoelens van heimwee, keuzestress en de druk om “nu eindelijk eens serieus te gaan worden”; het is een herkenbaar fenomeen.

Maar ga ik vervolgens met mijn sentimentele gevoelens naar één van mijn vriendinnen; toevallig nét eentje met kinderen, houdt het feest der herkenning een klein beetje op. Want ook al is ze nog steeds mijn beste vriendin; ze kijkt me even vragend aan als ik weer eens begin over een gênant weet-je-nog-momentje van vroeger. Vervolgens naar haar dochtertje en weer terug naar mij. Dan verschijnt er een glimlach op haar gezicht. Ze weet het nog! Maar heeft ze er hetzelfde gevoel bij als ik? Don’t know..
Ik zal haar “ons nummer” met bijbehorend dansje voor dit moment maar even besparen.

Ik vind (de meeste) kinderen best lief, en natuurlijk wil ik ook graag die baan die geknipt is voor mij. Zelfs die man staat al een tijdje aan mijn zijde. Maar afscheid nemen van je jongere jaren; toegeven dat ouder wordt, dat lukt me nog niet zo goed. Je hebt puberende laatbloeiers en volwassen laatbloeiers, laten we het daarop houden. Gelukkig zong Van Vliet aan het eind van zijn liedje “meisjes van dertien, droom er maar van”. En aangezien ik geen tijdmachine bezit, denk ik dat ik het daar maar op moet houden..