Column Amy: De verjaardag

“En, hoe gaat het in de advocatuur?”, vraagt mijn oom. “Uhm, ja goed hoor”, antwoord ik lichtelijk overvallen door de vraag. Ik ben op de verjaardag van mijn tante en mijn oom is zojuist naast mij op de stoel geploft. “Arbeidsrecht was het toch?” “Hmhm”, knik ik terug, “inderdaad, arbeidsrecht”. “Goh, dat lijkt me interessant hoor. En ook zo knap, nog zo jong en dan al een aantal jaar werkzaam als advocaat. Tegenwoordig heb je zoveel van die mensen die niet goed weten wat ze willen. Je weet wel, van die millennials. Die hebben gewoon geen benul van wat hard werken is. Ze klagen alleen maar. Alles moet leuk zijn.” Mijn oom trekt er een vies gezicht bij terwijl hij mij aankijkt.

Mijn oom is al zijn hele leven voor dezelfde werkgever werkzaam. En vooral dat laatste triggert mij. Ik kijk mijn oom aan en vraag wat hij het leukste aan zijn werk vindt. Ik zie dat mijn oom enigszins uit balans is gebracht door deze vraag. “Hoe bedoel je, wat ik het leukste vind? Ik bedoel, tja, echt leuk, leuk..”

Terwijl ik mijn oom diep zie fronsen en een paar keer een poging zie doen om iets te zeggen, komen er geen woorden uit zijn mond. Vervolgens slaakt hij een zucht. “Ik denk niet dat werk per se leuk hoeft te zijn”, antwoordt hij. Ik zie dat mijn oom opgelucht is dat het antwoord eruit is. “Ik vind het belangrijk om mijn steentje bij te dragen”, voegt hij er vervolgens twijfelend aan toe. “Dat is mooi”, antwoord ik. Ik vind het bijzonder dat mijn oom aangeeft dat werk voor hem niet per se leuk hoeft te zijn.

Ik vraag me echter wel af in hoeverre het werk hem energie geeft. Ik besluit de vraag daarom anders te formuleren. “Welke dingen op het werk geven jou energie?” En terwijl ik hem dit vraag besef ik mij heel goed dat ik deze vraag een aantal maanden geleden ook aan iemand anders stelde. En die ene persoon, dat was ik zelf. Ik weet ook dat er een tijd over heen ging voordat het antwoord op die vraag echt goed tot mijzelf doorgedrongen was. Het eerlijke antwoord op mijn eigen vraag was namelijk dat ik geen energie uit mijn werk haalde. Sterker nog, het kostte mij energie.

Ik kijk vervolgens weer naar mijn oom en zie dat hij het weer even benauwd krijgt. Uiteindelijk glimlacht hij en rolt de ene na de andere reden over zijn lippen. Een stortvloed aan woorden. Mijn oom raakt niet uitgepraat. “Ik besef mij nu pas eigenlijk weer hoe leuk ik mijn baan vind”, zegt hij met een nog bredere glimlach. Ik ben blij voor hem. Mijn oom zit duidelijk, nog steeds, op de juiste plek. “Hmm.. zegt mijn oom, ik denk eigenlijk dat het toch wel heel belangrijk is dat werk ook leuk is, althans dat je er energie uithaalt.” Deze keer ben ik degene die glimlacht. Ik stel mijn oom vervolgens nog enkele vragen en dan is het tijd om naar huis te gaan.

Terwijl ik opsta zegt mijn oom ineens, “Goh, je had wel coach kunnen worden!” Grappig, denk ik bij mijzelf en hoor mijzelf vervolgens hardop antwoorden: “en dat is nu precies wat ik ga doen”.

Volg Amy ook op Instagram!