Chocolade paaseitjes, hoe is dat eigenlijk zo gekomen?

Oh la la, als er één lekkernij is waar menig vrouwenhart – en ook vast en zeker die van veel mannen – sneller van gaat kloppen, dan is het wel…chocolade! En zeg je chocolade in deze tijd van het jaar dan denk je vast snel aan chocolade paaseitjes. Klein van stuk, maar man man wat kunnen ze lekker zijn hè. Van smaken als tompouce tot stroopwafel, en van macaron tot pindakaas. Een heus paaseidoolhof. Probeer daar dan maar eens – helemaal in deze tijd van quarantaine – ‘nee’ tegen te zeggen. Niet te doen! Maar waarom zijn ze er eigenlijk, die chocolade paaseitjes? 

Van sunny side up naar chocolade paaseitjes 

In veel religies zijn eieren het symbool van vruchtbaarheid en nieuw leven. Laat Pasen vrijwel altijd aan het begin van de lente zijn, het seizoen van veel nieuw leven.

Het geven en beschilderen van eieren rondom Pasen blijkt een eeuwenoude traditie te zijn. Lange tijd mocht er in de vastentijd tussen Aswoensdag en Pasen onder andere geen eieren worden gegeten. Alle eitjes die de kippen in die periode legden, werden beschilderd en pas met Paaszondag opgegeten.

Tot zover de eieren. Maar waar komt het idee van chocolade eieren vandaan? Die credits mogen naar de Parijse banketbakkers uit de 18e eeuw. Zij vonden dat de eieren wel een oppimpbeurt konden gebruiken, en kwamen zo met een luxevariant: het chocolade ei. Destijds werden er zelfs heuse wie-heeft-het-mooiste-chocolade-ei-wedstrijden tussen banketbakkers en chocolatiers gehouden. En dat ooit zo luxe paaseitje is inmiddels voor velen van ons dagelijkse kost in de maanden voor Pasen. Wist je namelijk dat we per persoon in de tijd voorafgaand aan Pasen er gemiddeld 47 verorberen? Oeps…op de redactie krikken we dat gemiddelde flink omhoog.

Vrolijk Pasen alvast!

P.s. Zin om chocolade paaseitjes te zoeken? Laat je hier inspireren.